Hoofdstuk 9
==
Twee dagen later verraste de boekhoudafdeling Lou met een grote slagroomtaart met het cijfer 100 in marsepein erop, en werd er in koor ‘Happy birthday’ voor haar gezongen – het klonk als een a-capellakoor dat uit louter kraaien bestond.
Lou hoorde het lachend aan en sneed voor iedereen een stuk taart af. Nicola was er niet. Ze had een extra lange lunchpauze genomen om naar Sheffield te gaan en zich nieuwe designerkleding te laten aanmeten. Zij en Celia zouden het uitstekend met elkaar kunnen vinden.
Karen gaf haar twee enveloppen. Eentje bevatte een kaart van haarzelf. Er stond in koeienletters morgen pas openmaken! op. De andere moest ze meteen bekijken.
‘Deze is van ons allemaal, om je te feliciteren en je te bedanken voor je bijdrage aan de strijd tegen het kwaad,’ legde Karen uit.
‘Het is toch geen bombrief, hè?’ vroeg Lou.
‘Als het een bombrief was, zouden we die dan aan jóú geven, in plaats van aan háár?’ snoof Zoe.
Het was geen bombrief. Het was een voucher voor een behandeling (knippen en kleuren) bij Anthony Fawkes, de hipste kapper van Barnsley.
‘We hebben voor morgenochtend om tien uur een afspraak voor je gemaakt. Als je niet kunt, moet je nu even bellen om af te zeggen. Ik heb voor je afgesproken bij Carlo,’ zei Karen, ‘een Italiaan. Italiaans en beeldschoon. Echt iets voor jou.’
Karen wist dat Lou een zwak had voor alles wat met Italië te maken had. Een sexy Italiaan die met zijn handen door Lous haar ging, was het ideale begin van haar verjaardag.
‘Geen probleem, ik heb toch niets te doen,’ zei Lou. ‘En ik vind het een fantastisch cadeau. Heel erg bedankt allemaal. Erg lief.’
Lou keek naar de mensen die in een halve kring om haar heen stonden en werd opeens heel erg emotioneel. Zoe moest háár voor de verandering een zakdoekje geven, in plaats van omgekeerd. Karen sloeg een arm om haar heen en gaf haar een zusterlijk kneepje. Ze vond dat Lou heel wat meer waard was dan een bezoekje aan de kapper, en als ze ooit de loterij won, stond Lou boven aan het lijstje van mensen die ze wilde verwennen. Ze zou haar vriendin een rondreis door Italië cadeau doen, zodat ze alle mooie plekjes en plaatsen waar ze van droomde zelf zou kunnen bezoeken: de Sixtijnse Kapel en de Trevi-fontein in Rome, de Ponte Vecchio in Florence, het Canal Grande in Venetië, de kust van Amalfi, de straatjes van Sorrento, de ruïnes van Pompeï... Lous ogen begonnen altijd te schitteren als ze het over Italië hadden, en toch ging ze om een of andere reden altijd met vakantie naar Benidorm.
Karen had sterk het gevoel dat er iets niet klopte in Lous leven, ook al was ze altijd even vrolijk. Karens intuïtie liet haar zelden in de steek, en ze durfde er vergif op in te nemen dat Lous man een verhouding had gehad en dat Lou daar nooit helemaal overheen was gekomen. Vreemd genoeg roken vrouwen het altijd van een kilometer afstand als een andere vrouw in het verdomhoekje zat, maar helaas hadden ze het zelden in de gaten als het henzelf overkwam.
==
‘Ik ga morgen naar de kapper,’ vertelde Lou haar man die avond tijdens de curry die ze op vrijdagavond altijd aten.
Hij grijnsde. ‘Mooi, want ik heb zelf ook een verrassing voor je.’
‘Wat dan?’
‘Dat vertel ik niet.’
‘O, kom op, toe nou! Vertel het me!’
‘Geen sprake van,’ plaagde hij. ‘Als ik het je vertelde, zou het geen verrassing meer zijn.’
‘O, alsjeblieft, toe nou!’
‘Oké, maar alleen een kleine hint. Zorg dat je om halfacht klaarstaat in je mooiste kleren, en waag het niet om vooraf iets te eten.’
Lou sloeg een hand voor haar mond. ‘Gaan we uit eten?’ Ze wilde het zeker weten, want het jaar doorvoor had ze ontzettend haar best gedaan om er mooi uit te zien en was Phil thuisgekomen met een pizza van een afhaalrestaurant.
‘Misschien,’ zei Phil.
Lous gezicht lichtte op als een kerstboom.
Wat is er toch weinig voor nodig om haar blij te maken, dacht Phil. Enerzijds vond hij het aandoenlijk, anderzijds had hij soms het gevoel dat hij met een poppenkastpop was getrouwd. Maar al met al betekende het dat hij een onderdanige vrouw had.
==
De volgende ochtend gaf Phil haar een duidelijk in haast gekochte kaart en een vluchtige zoen. ‘Denk erom, halfacht,’ zei hij tegen zijn vrouw, die straalde als een kind dat voor aan de rij stond voor de Kerstman.
Lous moeder belde om haar te feliciteren en haar te herinneren aan hun lunchafspraak voor zondag, traditiegetrouw de manier om haar verjaardag te vieren.
‘Ik heb je een kaart gestuurd. Heb je hem al?’ vroeg ze. ‘Ik heb je cadeau niet opgestuurd, dat ligt hier op je te wachten. Het was niet goedkoop, dus ik wilde niet het risico lopen dat het zoek zou raken.’
‘Ja, mam,’ zei Lou, ‘je kaart was er gisteren al. Zo lief van je! En je had heus niets voor me hoeven kopen.’
Er waren diverse kaarten van collega’s, en ook van haar vriendin Anna en haar oude tante Peggy in Cork, die er tien pond bij had gedaan. Victorianna had een e-card gestuurd, voor de verandering op tijd, met een of ander Amerikaans stripfiguurtje waar Lou de naam niet van kende. Het haalde hapjes uit een picknickmand. Was dat een hint of zo? Er was een mooie en dure kaart van Michelle, met op de voorkant beste vriendin en een of ander versje, en met de hand geschreven op de binnenkant: ‘Sorry dat ik de laatste tijd zo’n vervelende zeur ben geweest. Ik zal het echt goedmaken.’ Lou glimlachte om de kleine bloemetjes die Michelle om de tekst heen had getekend. Ze moest er uren mee bezig zijn geweest! Lou zou niets liever willen dan dat Mish haar problemen oploste en weer die aardige, lachende en attente meid zou zijn die ze op de kookcursus had leren kennen. Diep vanbinnen was die Mish er nog steeds, daar was Lou van overtuigd.
Er was niets van Deb, maar dat had Lou ook niet verwacht. Niet echt.
==
Lou kleedde zich aan en liep naar de stad. Het was een mooie aprildag, met een blauwe lucht die stralende zonneschijn beloofde, even stralend als haar humeur. Ze was moe geweest van het zware lichamelijke werk van de vorige dag en had als een blok geslapen. Nu voelde ze zich energiek, en ze verheugde zich op het bezoek aan de kapper.
De kapsalon was heel erg wit met veel chroom, en Lou voelde zich ontzettend stom toen ze duwde tegen de deur waar je aan moest trekken en vervolgens trok aan de deur waar je tegen moest duwen voordat ze eindelijk doorhad hoe het zat en naar binnen kon gaan.
De receptioniste was een heel lang meisje, zo mager als een sliert spaghetti, en haar heupen waren zo smal dat ze nooit van z’n lang-zal-ze-leven een kind zou kunnen baren. Ze glimlachte veel vriendelijker dan Lou in zo’n dure zaak had verwacht en zei: ‘Het overkomt echt iedereen. Ik snap niet waarom ze geen deuren nemen die twee kanten op draaien.’
Ze deed Lou een cape om en bracht haar naar een stoel die zo ver omhoog werd gepompt dat haar voeten in het luchtledige bungelden, en toen verscheen achter haar de engel Gabriël, die met zijn handen door haar haar begon te strijken.
‘Hallo, ik ben Carlo.’ Zijn stem droop van de bolognesesaus.
Hij was bloedmooi, aftershavereclamemooi, met donkere ogen, een zwart baardje zo smal als een potloodstreep en platinablond stekeltjeshaar dat afschuwelijk had moeten zijn maar hem juist geweldig stond. Zijn lippen waren roze en zagen er heel zacht en uitnodigend uit. Voor jongens of meisjes of allebei, dat kon ze niet beoordelen. Misschien draaide hij twee kanten op, zoals de deuren hadden moeten doen. Hij was veel te jong voor haar, maar zo’n knappe jongen was sowieso een lust voor het oog. Heel even stelde ze zich voor dat ze zijn moeder was. Hoe zou dat voelen? Om naar zo’n plaatje van een jongen te kijken en te weten dat het je zoon was? Ze raakte er een beetje van in de war want ze had al heel lang niet meer van dit soort gedachten gehad.
‘Wat kan ik voor je doen?’
Ga nog maar een tijdje zo door, dacht Lou, genietend van de handen die door haar haar streken terwijl hij haar met zijn donkere ogen bestudeerde in de spiegel.
‘Ik weet het eigenlijk niet. Heb jij ideeën? Ik draag mijn haar al... al jaren zo.’
Carlo staarde naar haar spiegelbeeld en pakte toen een boek met kleurstalen. Nadat hij er een tijdlang in had gebladerd, bleef zijn blik rusten op een lok geverfd haar.
‘Wat vind je hiervan?’ vroeg hij.
Lou slikte hoorbaar.
‘Vertrouw me maar,’ zei de engel Gabriël.
==
Twee uur later keek Lou toe terwijl Carlo aan het knippen was, met ongeveer dezelfde extravagante gebaren die ze vroeger zelf maakte als ze kappertje speelde met haar poppen. Lou volgde zijn bewegingen met grote schrikogen in de spiegel, want ze wist nog precies hoe haar blonde pop eruit had gezien toen ze klaar was. Haar moeder had een wanhoopskreet geslaakt toen ze het kale hoofd zag.
‘Ontspan!’ zei Carlo. ‘Het wordt fan-tas-ti-co!’
Haar blik dwaalde af naar de lokken haar rondom haar stoel. Ze deden haar denken aan de hond Dougal uit The Magic Roundabout.
Carlo draaide de stoel om, zodat ze niet in de spiegel kon kijken terwijl hij de laatste hand aan haar kapsel legde. Hij woelde met zijn handen door haar haar, sprayde, en toen hij de stoel weer terugdraaide, werden Lous ogen zo groot als die van een geschrokken uil. Maar er verscheen een glimlach om haar lippen.
‘Ongelofelijk!’
‘Het is nogal zwaar, ik heb het in laagjes geknipt. Je wilde het zo lang mogelijk houden, maar de onderste tien centimeter was te pluizig. Ik heb de bovenkant lichter gemaakt, zodat het meer volume krijgt. Wat vind je van de kleur? Niet meer zo heftig nu het droog is, hè?’
Lou bestudeerde het effect van de dieporanje highlights in haar kastanjebruine lokken, vooral aan de voorkant en subtiel aflopend aan de zijkanten. Ze zag er jaren jonger uit en zo voelde ze zich ook. Waarom was ze in hemelsnaam al in geen eeuwen meer bij een goede kapper geweest? Vroeger genoot ze altijd van het gevoel dat rondhuppelde door haar binnenste, een gevoel dat alleen de kapper je kon geven.
‘Ik ben er helemaal weg van!’ zei Lou.
‘Het accentueert de kleur van je ogen,’ zei Carlo met zijn lijzige, sexy stem. ‘Die zijn zó groen. Mamma mia!’
Ze wilde niet langer zijn moeder zijn, ze wilde hem zoenen. Die stem! Zelfs als hij een boodschappenlijstje had opgesomd zou ze zijn gaan kwijlen. Ze wilde een stuk focaccia in hem dopen en hem met huid en platinablond haar opvreten.
Haar haar viel in speelse plukjes rond haar gezicht, met grove laagjes van achteren. Het was hem zelfs gelukt om haar rechte pony sexy te maken. Nu ze zo’n trendy kapsel had, wilde ze onmiddellijk nieuwe kleren gaan kopen. Hé, het was haar verjaardag – ze zóú nieuwe kleren gaan kopen.
Ze overhandigde haar voucher aan de receptioniste en gaf Carlo een flinke fooi. Tot haar opluchting probeerden ze haar geen kast vol peperdure haarproducten aan te smeren; ze zou overstag zijn gegaan terwijl ze al van tevoren wist dat ze al die dingen nooit zou gebruiken. Het maakte het makkelijker om alvast een nieuwe afspraak te maken. Bij Carlo uiteraard.
Lou slenterde in een blije stemming door de winkelstraten en kocht een heel erg dapper oranje truitje, een paar bronskleurige sieraden en uitdagend glanzende lippenstift die gegarandeerd zou blijven zitten tijdens het eten, de drankjes en een wereldoorlog. Het was een heldere dag maar wel fris, dus besloot ze naar de Edwardian Tea Rooms te gaan en zichzelf te trakteren op een lekkere kop koffie met een scone erbij. De scone was zo groot als een basketbal. Ze smeerde dik boter op elke hap die ze nam. Zo zou ze het wel uithouden tot aan het romantische dineetje met haar man. Er stroomde een golf van opwinding door haar aderen bij de gedachte aan de komende avond. Het was zo lang geleden dat ze voor het laatst uit was geweest met Phil. Ze verheugde zich erop om straks haar nieuwe kleren aan te trekken en dan, wetend dat ze er mooi uitzag, een chic restaurant binnen te wandelen. Ze hoopte vurig dat het een Italiaans restaurant zou zijn.
==
De afvalbak stond er nog toen ze thuiskwam, maar tegen de tijd dat het theewater kookte klonk er het piep-piep-piep van iets groots dat achteruit de oprit op kwam rijden.
‘Hallo,’ zei Lou toen ze de voordeur opendeed, op hetzelfde moment dat Tom Broom uit de cabine sprong en een groot net begon uit te rollen. Ze keek zoekend opzij. ‘Geen hond?’
‘Hij zit nog in de cabine. Hij kan behoorlijk lastig zijn. Niet iedereen is blij met de enthousiaste begroeting van zo’n bakbeest,’ antwoordde hij.
‘O.’ Ze kon haar teleurstelling niet verbergen.
‘Wat? Moet ik hem eruit laten?’
‘Als het niet te lastig is,’ zei Lou.
‘Voor mij niet, hoor,’ zei Tom, en even later holde Clooney met grote sprongen naar Lou toe, kwispelend alsof zijn leven ervan afhing.
‘Lust je een koekje?’ zei Lou.
Clooney zei woef en begon enthousiast rondjes te draaien.
‘Hij verstaat het woord “koekje”,’ waarschuwde Tom met een trage grijns.
Terwijl hij de afvalbak aan zijn truck hing, ging Lou naar binnen, op de voet gevolgd door Clooney. In de keuken gaf ze hem een paar van de hondenkoekjes die ze die ochtend voor hem had gekocht.
Ze vond het zo jammer dat ze geen hond hadden. Toen ze nog bij haar ouders woonde, hadden ze een herdershond, Murphy. Haar vader was nog maar een paar weken dood toen Murphy door zijn achterpoten zakte. Ze droeg hem naar de dierenarts bij hen in de straat, waar ze haar vriendelijk vertelden dat hij beter afgemaakt kon worden. Ze had hem vastgehouden terwijl Murphy een spuitje kreeg en tranen met tuiten gehuild toen hij in een deken weggedragen werd. De as had ze uitgestrooid op dezelfde plek waar ze de as van haar vader hadden uitgestrooid, en ze had gebeden dat ze elkaar in de hemel terug zouden vinden. In gedachten zag ze hen vaak samen, wandelend in het park, of spelend met een tennisbal waar Murphy dartel achteraan rende.
Phil was allergisch voor alle behaarde dieren, dus het was uitgesloten dat ze een huisdier namen.
‘Wil je morgen nog steeds een nieuwe bak?’ vroeg Tom Broom terwijl hij Clooney weer in de cabine hielp.
‘Graag,’ zei Lou.
‘Om een uur of tien? Of lig je dan nog in bed?’
‘Nee hoor, dan ben ik allang op.’
‘Hoe gaat het met de valsemunterij? Druk je nog steeds je eigen vijfjes?’
‘De zaken gaan prima, dank je.’ Lou voelde dat haar wangen begonnen te gloeien.
Tom lachte zijn donkere, diepe lach. Het was een prettig geluid, bijna gebulder, als van een goedmoedige reus uit een tekenfilm. Ze zag de kraaienpootjes bij zijn ooghoeken, maar berispte zichzelf onmiddellijk; het gaf geen pas om zo goed naar een andere man te kijken. Ze was een getrouwde vrouw, en haar man nam haar die avond mee uit eten. Veranderde ze door haar nieuwe kapsel in een seksmaniak, die in een paar uur tijd verlekkerd naar twee verschillende mannen keek? Twee mannen die allebei een sexy mediterraan uiterlijk hadden.
‘Mooie kleur, trouwens.’
‘Wat?’
‘Je haar. Je bent naar de kapper geweest sinds de vorige keer. Erg leuk. Het staat je goed.’
Toen klom Tom Broom in de cabine en sloeg hij het portier dicht. Hij was al weggereden tegen de tijd dat het tot Lou doordrong dat ze zich niet kon herinneren wanneer een man haar, tot vandaag, voor het laatst een complimentje had gemaakt.